Spinnenwebben zijn eetbare paddenstoelen die in alle soorten bossen groeien. Ze kunnen zelfs rauw worden gegeten, deze paddenstoelen zijn niet minder lekker na warmtebehandeling, maar ook in gezouten vorm. De spinnenwebben kregen hun naam vanwege de witte "sprei" die het onderste deel van de dop omhult en op het been valt. Voor alle soorten webcaps moet je helemaal aan het eind van de zomer naar het bos en je kunt ze tot halverwege de herfst ophalen.
Spinnenweb Paddestoel Cyclo-Violet
Cobweb cycling paars (opgeblazen) – "Cortinarius alboviolaceus" - hoed paddestoel uit de lamellaire groep. De hoed heeft een diameter tot 10 cm, bij een jonge paddenstoel is hij witachtig paars, lila met een zilverachtige glans en dan gebroken wit. Het vruchtvlees is blauwachtig, dik in het midden.
De platen zijn frequent, breed, eerst lila en dan bruin. Sporepoeder, roestbruin.
Poot tot 8 cm lang, met een knolachtige zwelling van boven naar beneden, wit met een violette tint, met een witachtige ringvormige streep.
Groeit in loof- en gemengde bossen.
Ophaaltijd - van augustus tot eind september.
Voor gebruik moet je kokend water overgieten, dan kun je bakken, zout en augurken.
Eetbare gele spinnenwebzwam
Webcap geel(Cantharellus triumphans) - hoed paddestoel uit de lamellaire groep. De hoed heeft een diameter tot 12 cm, bij een jonge paddenstoel is hij rond, bij een oude is hij plat convex, dik, geelachtig bruin of buffy. De randen van de dop zijn met een spinnenwebdeken verbonden met de stengel van de paddenstoel. Het vruchtvlees is witachtig of lichtbruin en heeft een aangename geur en smaak.
Zoals je op de foto kunt zien, heeft deze eetbare spinnenwebpaddestoel witachtige, lila of grijsachtig blauwachtige platen. Bij oude paddenstoelen zijn ze bruin en breed. Het sporenpoeder is bruin.
Het been is hoog, meer dan 10 cm, verdikt aan de basis, witachtig geelachtig, dicht, met verschillende riemen van rode schubben, de overblijfselen van de sprei.
Groeit in loof- en naaldbossen, voornamelijk in berkenbossen.
Ophaaltijd - aug. Sept.
Het wordt gebruikt in voedsel, vers, gezouten en gebeitst. Zout spinnenweb is niet onderdoen voor podgruzdki en serushki.
Geschubd spinnenweb en zijn foto
Geschubde webcap(Cantharellus pholideus).Hoed paddestoel uit de lamellaire groep. De hoed heeft een diameter tot 10 cm, convex bij jonge champignons, bij volwassen - plat, met een stompe knol, schilferig, bruinbruin. Bij vochtig weer, slijmerig, plakkerig, glanzend als het droog is. Het vruchtvlees is wit, de kleur verandert niet op de snede.
De borden met jonge champignons zijn licht, blauwgrijs en dan roestbruin. Het sporenpoeder is bruin.
De poot is laag, tot 2 cm, eerst lila, dan bruin, met verschillende bruine banden.
Groeit in gemengde en naaldbossen, voornamelijk op bemoste plaatsen.
Ophaaltijd - van de tweede helft van juli tot de eerste helft van oktober.
Het wordt vers geconsumeerd.
Paarse spinnenwebpaddestoel (met foto)
Paarse spinnenwebpaddestoel(Cantharellus violaceus) behoort tot de lamellaire groep. De dop is tot 12 cm in diameter, convex, dan uitgestrekt, donkerpaars, schilferig. Het vruchtvlees is grijsviolet of blauwachtig en vervaagt tot wit.
Kijk naar de foto: het paarse spinnenweb heeft brede, dunne, dikke platen van dezelfde kleur met de dop. Sporepoeder, roestbruin.
Het been is hoog, tot 16 cm lang, gezwollen aan de basis, donkerpaars, vezelig geschubd.
Groeit in loof- en naaldbossen, vaker in dennen.
Ophaaltijd - aug. Sept.
Het wordt gekookt, gedroogd en gebeitst gegeten.
